Synchroniciteit, een betekenisvolle weg naar je bestemming, deel 1
Een serie van 3 artikelen over synchroniciteit. In deel 1 een beschrijving en verklaring van het begrip synchroniciteit.
Onze unieke, ontvankelijke en natuurlijke staat van Zijn als kind wordt in de loop van onze opvoeding en ons opgroeien bijna altijd overschaduwd door de overtuigingen en verwachtingen van onze omgeving en van de maatschappij waarin we leven en/of door traumatische ervaringen die we opdoen. We dwalen zogezegd af van onze unieke essentie, onze wezenlijke kern. Hiermee kunnen we de weg naar onze eigen bestemming in dit leven niet, nauwelijks of slechts ten dele vinden. En is dit niet onze ware roeping in het leven; de weg vinden naar ons zelf, naar onze bestemming?
Synchroniciteit is het betekenisvolle of zinvolle toeval. Op weg naar mijn eigen bestemming en terugziend op de weg die ik al heb afgelegd, ben ik mij meer bewust van de werking van synchroniciteit in mijn leven en hoe dit mij helpt om op mijn pad te blijven en de weg die nog voor me ligt te vinden. Ik ervaar het zelf als steeds meer dicht bij mijn eigen wezen of ziel blijven. Synchroniciteit in mijn leven opmerken en er naar handelen heeft voor mij ook met leven in overgave te maken en met vertrouwen op mijn intuïtie.
Het opmerken van synchroniciteit in je leven kan belangrijke aanwijzingen geven op je levensweg.
Heb jij weleens fasen in je leven meegemaakt waarop situaties op een ongelooflijke manier samenkomen, waarop het lijkt of je (soms ondanks jezelf) gestuurd en geleid wordt op je pad door een ‘toevallige samenloop van omstandigheden’? Dat is een voorbeeld van synchroniciteit.
Synchroniciteit nader bekeken
Carl Gustav Jung is de grondlegger van het begrip synchroniciteit, al is hij niet de eerste die over dit fenomeen geschreven heeft. Jung gebruikt het begrip synchroniciteit als ‘een bijzondere samenloop van omstandigheden in de tijd van twee of meer niet-oorzakelijke met elkaar verbonden gebeurtenissen die eenzelfde zin en betekenis hebben’.
Beroemd is Jungs voorbeeld van een behandeling sessie met een patiënte die hem een droom vertelt waarin een scarabee voorkomt. Terwijl zij dit vertelt, wordt er tegen het raam van de kamer getikt. Als Jung het raam opendoet vliegt er een scarabeeachtig insect naar binnen, in het betreffende jaargetijde een zeldzaamheid. De vrouw is zo perplex door dit toeval dat al haar weerstand waardoor de therapie al enige tijd vast zat, doorbroken wordt en deze gebeurtenis gelijktijdig ook een doorbraak in de therapie betekent. Overigens is de scarabee in de Egyptische mythologie een klassiek symbool van wedergeboorte, wat de patiënte niet wist.
Het woord niet-oorzakelijk (of a-causaal) is een belangrijke kern van het begrip synchroniciteit. Voor ons Westerse mensen is niet-oorzakelijk denken erg moeilijk. Wij leren van jongs af aan te denken in oorzaak en gevolg. Sinds er een strenge scheiding is aangebracht tussen de ziel (en de geest) enerzijds en het stoffelijke anderzijds houden wij er al eeuwen een mechanistisch wereldbeeld op na. Ons lineaire denken in oorzaak en gevolg is onlosmakelijk verbonden met de wereld van verschijnselen en gebeurtenissen. We zijn vanaf de 18de eeuw steeds rationalistischer gaan worden en dit heeft geleid tot een overschatting van het idee van oorzakelijkheid (of causaliteit). Voor andere mogelijkheden waarbij het principe van oorzakelijkheid gerelativeerd wordt, is nauwelijks ruimte. Er zijn weliswaar ook in het Westen altijd andere gezichtspunten geweest. In het Oosten is echter altijd al meer interesse geweest in het niet -lineaire denken. Een voorbeeld hiervan is de TAO in China en het I Tjing-orakel dat daarop gebaseerd is.
Voorts is het bij synchroniciteit belangrijk dat men de gelijktijdigheid van waarin iets gebeurt als zinvol ervaart. Deze zingeving berust dus op een interpretatie en is persoonlijk. Het zinvolle toeval is dus zinvol voor diegene die er een betekenis aan geeft. Het zijn momenten in het leven waarbij je een bepaalde voorbestemming bijna tastbaar voelt. Zonder ontvangende waarnemer is er dus geen synchroniciteit.
Over het algemeen zijn deze zinvolle toevallen individueel, eenmalig en uniek en daarom zo moeilijk te onderzoeken volgens de huidige Westerse wetenschappelijke maatstaven. We kunnen synchroniciteit niet voorspellen of uitlokken.
De verklaring van synchroniciteit
Synchroniciteit is een andere manier van kijken naar tijd. In ons Westerse denken is tijd vaak bedoeld als lineaire tijd. De oorzaak gaat altijd vooraf aan het gevolg. We kunnen gebeurtenissen ook bekijken in het licht van samenvallen in de tijd. Dus zonder verloop van tijd: geen eerder, geen later, maar NU. In de Oosterse filosofie gaan ze meer van dit laatste principe uit. Het is een holistische zienswijze waarin alles met alles verbonden is en met elkaar samenhangt. In tegenstelling tot het overwegend Westerse denken dat meer lijkt uit te gaan van afgescheidenheid. Als uitgegaan wordt van eenheid en ongescheidenheid dan is het niet moeilijk om aan te nemen dat innerlijke processen zijn weerslag vinden in uiterlijke gebeurtenissen en vice versa.
De verklaring die onder andere Jung geeft aan synchroniciteit is dat men overtuigd is van het idee van een Unus Mundus, een eenheid van bestaan ofwel een onverdeelde eenheid. Synchroniciteit zou in dat licht wijzen naar een niet te bepalen, blijkbaar willekeurige ordening. Zij zien synchroniciteitverschijnselen als plotselinge doorkijkjes van de universele verbondenheid achter alles om ons heen. Hierbij krijgt het begrip tijd ook een andere betekenis.
Dergelijke denkbeelden over de mens die een deel uitmaakt van een geheel dat hem overstijgt (holisme), vinden we ook terug in het principe van de astrologie, verwoord door Hermes Trismegistus als 'zo boven zo beneden'. De mens als microkosmos, als kind van de macrokosmos, kind van de hemel dus.
Ook in de Westerse wetenschappelijke wereld komt men gaandeweg steeds meer tot de conclusie dat er zoiets als een universeel ‘veld’ of een nulpuntenenergieveld bestaat. Zo zou synchroniciteit ook meer wetenschappelijk verklaard kunnen worden. Dit begint met de kwantummechanica in het begin van de 20ste eeuw waarin men ontdekt dat er niet zoiets bestaat als een waarnemer-onafhankelijke werkelijkheid. De keus die de waarnemer maakt bij het opzetten van zijn experiment of onderzoek bepaalt in hoge mate de uitkomst ervan. De onderzoeker en het onderzochte zijn geen twee afzonderlijke eenheden, maar beïnvloeden elkaar wederzijds. De eerder vooronderstelde ‘lege’ ruimte tussen twee zaken wemelt van activiteit! Er vindt een voortdurende energie-uitwisseling plaats, deze uitwisseling is een wezenlijke eigenschap van de afzonderlijke delen.
We kunnen stellen dat ook wijzelf uit energie bestaan. Deeltjes (bijvoorbeeld atomen) bestaan uit samengebalde energie die opduikt en even later weer verdwijnt in de ruimte eromheen. Een individuele entiteit is vluchtig en immaterieel. Waar houdt het een dan op en begint het ander? Die scheiding blijkt niet zo strikt te zijn. Om ons heen en door ons heen wemelt het van energie, we leven in een allesdoordringende, supergeladen achtergrond.
In het verlengde hiervan is er ook onderzoek gedaan naar de (fysieke) plaats van het bewustzijn van de mens. Deze blijkt zich niet alleen maar in ons verstand of hersenen te bevinden maar ook daarbuiten zoals vele onderzoeken naar BDE ook hebben aangetoond. De fysicus Bohm zag de wereld als één ononderbroken geheel. Het universum als één dynamisch web van energie-uitwisselingen met een verborgen basisstructuur die alle mogelijke versies van alle vormen van materie bevat. De natuur is niet blind en mechanistisch, maar onbepaald en open, naast intelligent en doelgericht. Leven is een kwantumproces.
Dit artikel is eerder verschenen op Online Magazine Nieuwetijdskind en Inspirerend Leven.
In deel 2 ga ik nader in op synchroniciteit en voorspellingskunst zoals I-Tjing, de betekenis van getallen, astrologie en voorspellende dromen.
© Patricia Akkermans
Voor dit deel heb ik me door meerdere bronnen laten inspireren, de drie belangrijkste zijn:
Jaworski, J. (2003). Synchroniciteit; de innerlijke weg naar leiderschap. Zeist: Christofoor.
Jung, C. G. (2007). Synchroniciteit; een beginsel van acausale verbondenheid. Rotterdam: Lemniscaat.
McTaggert, L. (zesde druk, februari 2008). Het Veld; de zoektocht naar de geheime kracht van het universum. Deventer: Ankh-Hermes.